Afgelopen maandag ben ik dan eindelijk mijn reis begonnen, eerste stop: K’gari, oftwel Fraser Island!

Wat een prachtig eiland! Fraser Island is het grootste zandeiland van de wereld én erg groeit een regenwoud. Onder de bevolking wordt het eiland K’gari genoemd, naar de godin K’gari die volgens verhaal is getransformeerd in het eiland. Aangezien er alleen maar zand is, kun je het eiland alleen op met een 4wheel drive. Daarvoor moet je helaas 21 zijn, dus ik heb niet op het strand kunnen rijden. Ik had geboekt bij dropbear adventures, en we hebben twee nachten gekampeerd, ongeveer 10 meter van het strand. Op het eiland lopen ook wilde Dingo’s, dus het was ’s nachts best spannend om in een tent te slapen. We hebben zelfs twee Dingo’s gezien! We hadden een erg leuke groep en het ontzettend getroffen met onze tourguide, die met veel passie voor het eiland een hele hoop verhalen vertelde en bijna geen moment van onze zijde week. We hebben in de afgelopen drie dagen zoveel mogelijk gedaan. In de groep zat iedereen gelukkig ook met elkaar op één lijn wat betreft opstaan en vertrekken; we waren elke dag rond zes uur op en vertrokken om half acht. Dit was best cruciaal, want er zijn meerdere tourgroepen op het eiland, dus je wilt natuurlijk wel het liefst ergens vroeg zijn, zodat je de drukte kan vermijden. Onze tourguide wist dan gelukkig ook perfect alles goed te timen; we hebben amper andere mensen gezien, ondanks dat we toch de grootste bezoekpunten wel gedaan hebben:

 

 

Een prachtige grote zandvlakte, met daarnaast een meer, genaamd Lake Wabby ->

 

 

 

 

 

 

<- Maheno Shipwreck

 

 

 

 

 

Maheno Shipwreck ->

 

 

 

 

<- Uitzicht vanaf Indian Head

 

 

 

Champagne Pools ->: Door de rotsen is er een afbakening gevormd tussen de pools en de zee, maar golven en vissen komen nog wel over deze bakening heen. Het houdt de haaien wel uit de pools, en vanwege het schuim van de golven krijgt het de naam “Champagne Pools”.

 

 

 

 

<- Eli Creek: Het water is zo schoon dat je het gelijk kan drinken.

 

 

 

 

Lake McKenzie ->:
Dankzij de mineralen die in het zand zitten blijft het water kristal helder. Daarnaast zit er ook veel Tea Tree in het water, dus het reinigt gelijk je huid en haren.

 

 

 

 

 

 

 

<- Een Dingo kwam even voor ons poseren.

 

 

 

 

 

Naast Dingo’s hebben we ook schildpadden gezien (die leven in een aantal meren, waaronder Lake McKenzie), dolfijnen, slangen, spinnen en walvissen! Zoals Lake McKenzie, zijn er ook een aantal andere meren met Tea Tree. De Aboriginals zagen dit als hun heling-baden. Ik heb de hele trip geen shampoo of conditioner hoeven te gebruiken, één duik in deze meren is al genoeg en je voelt je weer helemaal schoon!
We hebben ook onze eigen Pippies gevangen (een soort mosselen) en als voorgerecht gegeten! Het was echt een prachtige ervaring, en ik hoop zeker een keer terug te keren naar deze fantastische plek! Nu ben ik overigens weer in Noosa, waar ik voor de allerlaatste keer in mijn heerlijke kamer geslapen heb, en vanavond vertrek ik verder naar Rainbow Beach!